Net als bij de
oud-Hollandse dakpannen
is bij leien
die in
Rijndekking
gelegd worden, de overheersende
windrichting
bepalend voor de wijze van dekken.
De afgeronde vorm van de bij dit dak gebruikte
lei
is daaraan aangepast.
De leien op een rechts gedekt
dakschild
zijn het spiegelbeeld van de
linksdekkende leien.
Op het eerste gezicht lijkt het duidelijk welk
dakschild
we als
rechts gedekt moeten benoemen, maar schijn bedriegt.
Bij leien ligt dat heel anders dan bij dakpannen.
Een
linksdekkende dakpan
ligt met zijn
wel
op de zijsluiting van de linker buurpan.
Maar leien hebben geen wel of zijsluiting, ze zijn plat en liggen een
stukje over de aangrenzende leien heen. Bij leien is
niet de overlap
het uitgangspunt voor de benoeming van de dekrichting, maar
de richting waarin de leidekker werkt. Die herken je aan de stijgende lijn,
die de onderzijde van een rij pannen tesamen vormt, doordat iedere volgende lei
iets hoger geplaatst wordt.
Wanneer deze voor de Rijndekking zo kenmerkende lijn naar rechts omhoog loopt,
noemen we de leien op dit dakschild rechtsdekkend.
Tekst: Jean Penders (11-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders